Kerk Fransum
Als enige kerk in de provincie Groningen heeft Fransum een gemetselde bakstenen preekstoel uit de middeleeuwen. Dit eenzaam gelegen kerkje is gebouwd voor de cisterciënzer monniken van Aduard. Aanvankelijk met een romaans schip met 3 traveeën. Een daarvan is later vervangen door een driezijdig gesloten koor.
Over dit gebouw
Westgevel en laatgotische koor zijn in de 16e eeuw gebouwd. De 17e eeuwse dakruiter heeft een achtkantige lantaarn. Bij de restauratie van 1949-1950 zijn de later ingebroken grote vensters van het schip vervangen door een drietal kleinere vensters. De wierde is nooit bebouwd; het was eigen terrein van de monniken. Het kerkje wordt beheerd door de in 1971 opgerichte "Vroedschap Fransum". De ruimte wordt regelmatig verhuurd voor concerten en bijeenkomsten. Kerkdiensten worden er niet meer gehouden. Orgel: Het orgel is door Pels en van Leeuwen in 1972 gebouwd. Het is een instrument van het type Fugato. Na de 2e wereldoorlog ontstaat de neo-barok, een stijl die teruggrijpt op de barok (1600-1715). Het orgel in de kerk van Fransum is een klein instrument, een zogenaamd positief (verplaatsbaar) orgel dat duidelijk kenmerken van de neo-barok heeft. (Bekende andere orgelbouwers in deze stijl zijn Flentrop, van Vulpen, Verschuren en de Scandinavische orgelbouwers Frobenius en Marcussen). Kenmerkend voor deze orgels zijn de scherpe klank en zwakke grondtoon. In een eerste recensie na de plaatsing noemt de recensent de toon: ”elegant, speels, spiritueel, soepel, fris, puntig, pikant, mild”. Het is uitstekend geschikt als continuo-instrument.