Kerk Marum
De kerk is een van de oudste bakstenen bouwwerken in de provincie en heeft haar romaanse hoofdvorm bijna 800 jaar behouden. Twee forse steunberen zijn in de 18e eeuw aangebracht om verzakking van de muren te voorkomen.
Over dit gebouw
Binnen in de kerk bevindt zich een herenbank uit het eerste kwart van de achttiende eeuw en een preekstoel uit 1826. Het schip van de kerk is klein van formaat ten opzichte van het koor dat tegen het schip is aangebouwd. Halverwege de 16e eeuw werd de toren verhoogd met een klokkenzolder en werd de huidige kap op het schip aangebracht. De noordgevel is in zijn geheel opnieuw beklampt, waarschijnlijk in 1770. De kerk is sinds 2008 niet meer in gebruik voor de eredienst. Tegenwoordig is de kerk opengesteld voor bezichtiging. Daarbij is het ook de start van een erg leuke wandelroute, "het witte nonnenpad". De wandeling start vanuit het lijkenhuisje. Orgel: In 1658 gebouwd door Johann Reinschmitt voor de kerk van Ginneken (NB) in 1708 uitgebreid door Jacobus Zeemans met pedaal. In 1890 werd het complete binnenwerk door J. van Gelder vernieuwd. Door de Fa Valckx en van Kouteren werd het orgel in 1939 naar Marum verplaatst. Het orgel heeft één manuaal met 10 stemmen en een aangehangen pedaal.